In gevecht

De kubus is de wereld in ‘t klein

De kubus is de wereld in ‘t klein

Het dal raakte smaller naar smalst terwijl hij rende en nog harder wegrende van hetgeen. Nu keek ie om en meteen keerde hij zich. Er was een gruuw op de loer en de blik die hij terugkreeg was afgrijselijk. Alsof ie in de spiegel keek en een zelfbeeld van zich zelf zag, maar dan griezeliger.

Een glans van de zon was te zien op zijn bezwete voorhoofd. Het regende langs zijn ogen naar beneden en glipte immens in een plens water. Hij moest snel zijn, wilde die ontsnappen. In slow-motion werd het dal alsmaar kleiner en in het vizier zag ie het licht dat hij hoopte te zien. Toen verdween het licht en werd het steeds waziger in de achtergrond.

Er werd geschud en met mannenkracht getrokken aan zijn arm. Zachte klapjes tegen de linkerwang en rechterwang waren onvermijdelijk. Zijn voorhoofd werd nu voorovergebogen. Ze gooiden een bekertje water over zijn gezicht. “Hij komt bij, eindelijk.” Langzaam ontwaakten zijn ogen. Een minimaal beeld van Harmon werd steeds scherper.

“Wat is er gebeurd?” vroeg Harmon terwijl hij opstond. “Ben ik in slaap gevallen? Het laatste dat ik me kan herinneren is dat ik aan het repeteren was.”

In een vlaag werd er gegrepen bij zijn keel door een arm die veel op de zijne leek. Het kon gezien worden door het horloge aan z’n pols en de exacte tijd van nu. “Asjemenou.” riep Harmon. “Dit bestaat niet?”

“Dacht je werkelijk dat ik klaar was. In je schaduw staan is geen optie. Dan maar zo.”

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.