Kali

Eeuwen verbonden in de verbintenis van de ziel is als de houvast door het hartenwiel.

Eeuwen verbonden in de verbintenis van de ziel is als de houvast door het hartenwiel.

Van vooraf aan beginnen was een dagelijks gevecht voor de oudere man. Iedere dag kaatste alles dwelmend langs hem heen. De muziek die hij dan hoorde in zijn hoofd liet ie stromen op de rivier. Maar dat tevergeefs. De golven keken zwaar tegen hem aan. En dan viel alles weer uit elkaar. Als in duizend en één stukjes, regelrecht in het water.

Voor even leek het, alsof ie verdwaald was. Al gauw gaf hij zich over aan zijn toeschouwers wil. Weerloos zette hij zijn bolle hoed af. Dan hing ie het aan de kapstok. Terwijl hij zijn regenjas losmaakte keek hij starend naar het publiek om hem heen. Hij kon ze zien of voelen, maar geluiden waren vangbaar in een schets. Alsof het schilderij nog ingekleurd moest worden.

Langzaamaan liep hij door het café en de duivelse ogen waren in zijn aantocht. Het was de eerste keer dat hij zich begaf in een publiekelijke setting en jaren sloot hij zich op voor de wereld. Terwijl de zon scheen door de kamer reed de wind door diens haren van emoties.

Na zijn reis raakte hij alles kwijt en de beelden zijn nog een dichtbije droom. Een barvrouw keek aarzelend of ze kon helpen. Dan zag ze de man inzinken uit balans en moest ze wel. Met mannenkracht tilde ze de oude man omhoog. De vrouw legde zijn arm om haar schouders heen en liepen nu naast elkaar. In geval van herhaling had ze hem dan stevig vast.

“Dank u vriendelijk”. zei de man. “Ik wilde mijn bolle hoed al voor u afnemen, maar die hangt tot mijn spijtse verbazing bij de kapstok.” “En nog charmant ook.” reageerde de vrouw gevleid. “Wat is je naam? Je vindt het hopelijk niet erg. Hou niet van formele communicatie bij mijn gasten.” “Nee dat is fijn, ik namelijk ook niet.” De man glimlachte terwijl ie dat zei. “Maar je stelde een vraag. Adi heet ik en jij?” “Lieke de barvrouw.” grapte ze. “Aangenaam Lieke.” “Insgelijks Adi. Denk je overigens dat je op je benen kunt staan zeeman?” zei ze zuchtend. “Want je bent een beetje zwaar aan het worden.” “Ik denk van wel en de barkruk is niet ver meer, in het uitzicht.” “Nee gelukkig niet. Wat wil je trouwens drinken Adi?” “Gin-tonic graag Lieke en wat pretzels – daar heb ik toch zo’n zin in.” “Komt er aan.”

Eindelijk zat hij er op het krukje. In gespannen afwachting wachtte hij. Dan zag hij de magistrale vleugel in het hoekje staan. Een spotlicht richtte zich naar de piano toe. Bewonderend begon er muziek te prikkelen in een neerwaartse beweging door zijn hoofd. Lieke plaatste het drankje op een viltje en schoof de gin-tonic dichter naar Adi. Haar nieuwsgierigheid begon te kriebelen en dat was te zien. De mysterieuze man wist haar te boeien op een manier waar ze zelf nog geen antwoord op had. “Zeg kapitein.” sprak ze luid. Adi draaide zich niet. Dan probeerde ze het nogmaals. “Hallo is daar iemand?” vroeg ze luider. “Ben je soms doof?” Er kwam geen beweging uit Adi.

Als in een zwart-wit portret zat hij er aan de bar. Diens ogen hadden alleen vizier voor de wonderbaarlijke piano. Ze tikte hem op de schouders, want ze smachtte naar antwoorden. Eindelijk draaide hij zich. “Je was even weg zeeman.” zei ze. “Gebeurt het vaker dat je wegzakt uit het publiek?” “Zou je rustiger kunnen praten Lieke, anders versta ik je niet. Moet je lippen namelijk kunnen lezen om te weten wat je zegt.” Een gloeilampje begon te gaan branden bij Lieke. Ze begreep de situatie eindelijk. Haar vader was tenslotte ook doof geweest. “Was nieuwsgierig waar je naar keek.” sprak ze langzaam en duidelijk. “Dat is alles.” “De piano staarde juist naar mij.” grapte Adi. “Ze is een echte flirtster voor een oldtimer. Al zeg ik het zelf.” Dan nam ie weer een slok van zijn gin en stapte van het barkrukje af. Hij liep naar de vleugel, zonder enige twijfel liep hij.

Lieke keek toe naar hoe de man haar deed denken aan haar bloedeigen vader. Gedachtes bonkten hun weg uit, maar vroren door haar instinct. Omdat het niet kon. Simpelweg kon het niet.

Helaas leeft haar vader niet meer. Al wat ze ooit zag waren foto’s in een lijstje en wist ze dat hij was omgekomen in een afgrijselijke ongeluk. Een herinnering had ze niet. Zelfs niet als ze zocht in haar innerste. Wel had ze van haar moeder gehoord dat hij piano kon spelen. En dat hij nog drie maanden had geleefd na de ongeluk, maar dan potdoof. Ze zei er dan bij dat hij eigenlijk al dood was. Maar door een wonder nog leefde. Het ongeluk veranderde niet alleen zijn gehoor. Ook zijn gedrag gaf zich een andere wending. Volgens haar moeder ging het snel bergafwaarts. En de drie maanden waren sneller van de aardbodem verdwenen dan haar mama zich realiseerde.

Adi nam plaats achter de grote bruine vleugel met zwart-witte toetsen en de muziek en hij dirigeerde elkaars wegen naar het universum. Om de één of andere reden was de hemel vrijgekomen. Vanuit elke hoek kropen mensen naar Adi toe. En als een magneet trok hij ze naar zich. De gezichten glunderden van zonnestralen. Een muziek die zich voerde op een zee van golven. En zich bleef voeden aan de golven. Inmiddels stond Lieke ook bij Adi en kon ze zweren dat ze hem zag. Zoals ze hem ook zag in de fotolijstjes. Maar dat het vrijwel onmogelijk was. Dan stopte het muziek voor even. Er werd hard geklapt door de menigte. “Deze speelde ik voor haar, die dame van de bar.” sprak hij. “De muziek en de piano verbindt zich met mij, dus ook met haar.” Ze klapte, zoals iedereen in het café klapte ze. Haar gedachtes begonnen zich te bekokstoven wat hij er mee bedoelde. Ergens in haar hart en aan haar rillingen van haar rug. Voelde ze de chemie waar hij over sprak. Daar in die ogen zag zij een twinkeling van verbondenheid. Een eeuw zou te kort zijn geweest. dacht ze. Want het voelde alsof we elkaar al veel langer kennen dan ons lief is.

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.