Ik vertelde het meisje van de audicien dat mijn moeder niet meer op de afspraak zou komen. Ze tikte wat in op haar computer.
“O?” verbaasde ze zich, “Er is toch niks mis met haar?”
“Ze is dood,” zei ik. Ik had meteen spijt van mijn lompe directheid – ik had het meisje ook minder rechtstreeks kunnen antwoorden. Mijn zorg leek onterecht: ze tikte nog even door.
“Dood?” herhaalde ze, zonder me op of aan te kijken, “Gunst, wat vervelend.”
Ze zag haar scherm en een boodschap die erop verscheen.
“Zal ik alleen deze afspraak verwijderen, of…?” Ze zag me voor het eerst in mijn ogen en las er het antwoord op de vraag die nog gesteld moest worden. Ze glimlachte erom.
“Ik zal haar maar helemaal verwijderen,” knikte ze vragend. Ik knikte terug.
“Ze komt vast niet meer,” zei ik. Ze giechelde.
“Nee, dat denk ik ook niet,” zei ze.
Ja, dat soort dingen gebeuren.