-
Verduisterd
Het viel niet mee mijn mond te houden. Of nee, dat is niet waar: ik was te verbijsterd om wat te zeggen. Verbijsterd en perplex en angstig misschien ook wel een beetje, want, kijk, je hebt voor minder een mes tussen je ribben, vandaag de dag. Omdat die jongen met zijn meekleurende zonnebril me vertelde… Lees verder
-
Belsen
Hij was oud, de man in de rolstoel, dat wist ik, maar dat hij achtennegentig was hoorde ik van zijn vrouw, die even bij me kwam staan, terwijl hij tussen de boeken neusde. Ze bracht het als een gegeven, waar ik mijn eigen conclusies uit mocht trekken. Lees verder
-
Kiezen
‘Ik liep dus over de markt, toen ik langs zo’n campagnejongen kwam. Je weet wel, zo eentje die folders uitdeelt die even later worden weggegooid. ‘Maar goed, hij wilde me er dus eentje geven en vroeg: “Weet u al wat u gaat stemmen, meneer?”‘ ‘”Jazeker,” zei ik, want ik had me vast voorgenomen te gaan… Lees verder
-
Geen grapje
‘Ik heb er niet zo snel last van, maar ze maakte zoveel herrie, dat ik naar buiten ben gegaan en een tennisbal tegen haar raam heb gegooid. Ik weet niet of ze het gehoord heeft, maar ze was wel stil daarna. Ik maak geen grapje. ‘Daarna ging ik op vakantie en ik dacht nergens meer… Lees verder
-
Heus niet
Ik had een afkeer van zijn stem, nog voordat hij had gesproken. Maar toen hij wat zei, werd mijn bias goddank gelegitimeerd. ‘Wanneer ik zou willen,’ hoorde ik hem tegen de dame aan zijn tafel, ‘wanneer ik zou willen, kan ik me met gemak dooddrinken.’ De stilheid die daarop volgde merkte ik doordrenkt van gruwel… Lees verder
-
Samuel
Een oceaan bestaat uit gelijke druppels, maar die men enkel treft is steevast uitzonderlijk. Zo wist ik heus wel, dat er meer moesten zijn als hij, als deze jongen, die me leerde waar hij her kwam – wat me verbaasde maar niet zou moeten omdat er geen groei is zonder wortels. Zijn opa, zo wist… Lees verder
-
Fantoom
Hij was ook jong. Hij was ook jong en ook klein. Jong en klein en hoorde ook niet hier. Hij was hem precies. Hij sprak zijn Engels net als hij en ik herkende de lach die hij voor zich hield. Zijn haren waren geschaafde krullen van ebben en zijn ogen daaronder net zo donker, net… Lees verder
-
Tot de dood
Uit haar beursje haalde ze een fotootje – zo groot als een postzegel. Het was een trouwfoto van lang geleden. ‘Vijfenvijftig jaar,’ zei ze, ‘op de dag af vandaag.’ Ze moest er wat over kwijt. ‘Het was geen mooie dag. Het was een moetje en zo ging dat dan in die tijd.’ Het plaatje schoof… Lees verder
-
Bespreking
Aan zijn badge te zien werkte de jongen op het kantoor. Aan diens collega te horen was hij een tijd niet aanwezig geweest. ‘Wat leuk je weer terug te zien,’ zei ze namelijk, toen ze hem op de gang tegenkwam. ‘Ben je volgende week ook bij de bespreking?’ De jongen drukte zijn wenkbrauwen. ‘Bespreking?’ deed… Lees verder
-
Verast
Misschien dat ik hem eerst maar eens moet beschrijven, de tas: hij was van grijs vilt of in elk geval dan toch viltig te noemen met grof gestikte naden en hengsels die onwaarneembaar eraan leken vastgemaakt. ‘Is dit een modern stijlontwerp?’ vroeg ik. De man keek naar de tas, alsof hij hem nu voor het… Lees verder