|
“Ik zat precies waar jij nu zit toen d’r ’n pinda op m’n hoofd viel.” zei Astrid. Ik keek omhoog. Daar was slechts ’n plafond met ’n halogeenspotje te zien.
Bijna drie jaar na de plotselinge dood van Leo had ze zich zover gevoeld van zijn werkruimte haar woonruimte te maken. Ze was beginnen te ruimen — de boekenkasten waren verschoven, ’n bureau gekraakt, de zitbank van boven naar beneden gehaald.
“En toen viel die pinda.” zei Astrid.
“’n Pinda?” herhaalde ik.
“Ja.” zei Astrid. “Leo wil niet dat ik opruim.” Ze keek mee omhoog. “Maar ik ga gewoon door, hoor je!” Ze keek me uitdagend aan. “En d’r komt ook ’n kerstboom dit jaar!” zei ze extra luid.
[Ik besloot maar voor de zekerheid ergens anders te zitten.]
Of kerstballen….
{Mowl: dat ware pas echt toepasselijk geweest.}
Leo might drop
a coconut on
your head.
{Mowl: om maar wat te noemen.}