|
Ik moest achter de rode streep wachten, voordat ik me bij de wachtcommandant (’n term die ik nog van Baantjer ken) kon melden. Ze was in ’n telefoongesprek verwikkeld.
“Nee, hij is geen verdachte.” zei ze. “D’r is geeneens ’n misdrijf. Maar hij kwam hier ineens binnengewandeld en heeft zich aangegeven.” Ze knikte met ’t toestel tegen d’r oor. “Ja, valsheid in geschrifte, ja.” Weer luisterde ze. “Wat moeten we nou met zoiets?” Ze legde de hand op de hoorn. Ik kom zo, mimede ze. Ik glimlachte beleefd.
“Wat?” zei ze. “Gewoon opnemen en opslaan? That’s it?” Weer knikte ze. “Ja, nee, d’r is verder niemand die aangifte heeft gedaan.” ’t Knikken werd trager. “Mmm.” deed ze. “Goed. Dan doen we ’t zo.” Ze hing op.
[“Wat kan ik voor u doen?” vroeg ze. Ik vertelde van m’n framenummer.]
Geweldige veters …. 20 jaar te laat vrees ik.
{Mowl: ah, je bent belezen!}
Mann tut was mann kann!
(alles bij voorkeur met tussen-n)
{Mowl: o jee, heb ik d’r soms ergens één laten vallen?}
Framed.
{Mowl: Roger Rabbit.}
Fijn, als je vooraf al zo’n band hebt!
Binnen- of buitenband, dat blijft dan wel de vraag.
{Mowl: zeg, jij bent wel erg jolig, hè?}