Ochtendgloren

terras
Je kunt beter een bescheiden herinnering vasthouden dan alles door de werkelijkheid te laten stukslaan. Jan Cremer (1940)

’t Regende. Voor ’t eerst in tijden. Niet ’n beetje, maar gestaag. Alsof ’t was begonnen om never nooit meer op te houden.

Daarnet had ik nog de vogels horen fluiten aan ’t begin van de nieuwe dag — nu waren ze zo goed als koestgekletterd. Alleen ’n enkele merel was toch nog door de duikelende druppels heen te horen, maar die gaf ’t allengs op.

De bliksem. Ik telde: vijf, zes zeven. ’n Donkere donder draaide door de lucht.

Miesje kwam binnen. “Mrwa.” zei ze, meer niet. Ze sprong op bed, kletsnat, en draaide even wat. “Mrwa.” zei ze nog es, sprong weer van bed en ging naar buiten. Miesje maalt niet om ’n buitje.

Weer bliksem. Ik telde. Drie, vier, vijf. Donder.

[ ’t Kwam dichterbij, wist ik. ’t Was hard nodig.]

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.