 |
|
Brrrr had een nieuwe pyjamabroek voor me gekocht.
“Dankjewel.” zei ik toen ik het prijskaartje wilde verwijderen. Het was met een I-vormig plastic dingetje vastgemaakt aan een ingenaaid labeltje achterin de broek. Met een kort rukje had ik het los. Daarbij bleef een —-vormig deel van het plastic dingetje achter het labeltje zitten.
Ik voelde naar het dingetje maar kon het niet vinden. Iets verwoeder zocht ik verder. Tot aan de zomen van de pijp van de pyjamabroek aan toe — maar tevergeefs: nergens vond ik het dingetje.
Uiteindelijk gaf ik het op.
[Maar nu, telkens als ik de pyjamabroek draag, voel ik het labeltje en daarin het dingetje. Ik doe mijn broek uit en keer hem binnenstebuiten, maar: geen dingetje. Nergens een dingetje. Om gek van te worden.]
Wat voor vorm had dat dingetje nou?
{Mowl: nou, iets als —}
Inderdaad mooie broek en een mooi strak buikje ook!
(of houd je die stiekem wat ingetrokken? :-p )
{Mowl: dan had je me vroeger moeten zien.}
Wel een mooie broek!
{Mowl: laat dat maar aan Brrrr over.}
wat een gedinges.
Sterker nog; wat een gehannes met al dat gedinges.
Sterkte en welterusten!
{Mowl: denk je dat ik nog kan slapen?}