|
De baas vond dat we beter met agressie om moesten leren te gaan. Dus was er een dure training ingekocht.
Op het afgesproken tijdstip zat ik op de afgesproken plek en keek om me heen. Acht andere collega’s waren met mij in dezelfde groep ingedeeld.
“Hé,” stelde ik vast, “Ik ben de enige man hier.” Zestien ogen keken me aan.
“Nou…” ontglipte er ergens. En toen gegiechel.
De training was begonnen.
[De cake die ik had meegebracht voorkwam verdere escalatie. En bevestigde eerdere vooroordelen.]
Maar je hebt het blijkbaar wel overleefd. Hoe heb je dat nou gedaan?
{Mowl: je kent me. Ik beschik over een grote innerlijke kracht.}
Hangt er natuurlijk vanaf met welke intonatie die “nou” gezegd werd. Maar dat gegiechel achteraf verklaart natuurlijk wel al ’t een en ander 😉
{Mowl: laten we mekaar geen mietje noemen.}
Typisch iets voor jou om als eerste te kijken of er nog leuke jongens in dezelfde ruimte zitten.
{Mowl: omdat het collega’s waren kende ik het antwoord al.}
Ik had die cake in hun gezicht geduwd. En was daarmee gezakt.
{Mowl: en wie denk je dat de kruimels moet opruimen?}
Good on you !
You didn’t need that training anyway.
Regards , Possum.
{Mowl: d’r was geeneens lunch bij.}