|
Ik zag m’n vader. Wacht, ik leg ’t uit.
Tijdens die dag met die schapen, je weet wel, was d’r ’n collega die met z’n cameraatje ’n filmpje had gemaakt. En op dat filmpje was ook ik te zien. Tenminste: dat zei men.
De man die ik zag leek ook wel op mij, hij droeg mijn kleren, mijn jas, mijn pet — maar ’t was iemand anders.
Ik zag m’n vader.
[De kinderen die ik nooit gehad heb zouden op hun opa zijn gaan lijken. Misschien had ik dat eerder moeten weten.]
Ik ben blij dat ik niet mijn vader zie als ik in de spiegel kijk ;°)
{Mowl: je moeder, dan?}
Dat herken ik, soms in een flits zie ik ineens mijn vader in de spiegel
{Mowl: maf hè?}
En die zouden ook je vaders kleren dragen?
{Mowl: net zomin als ik.}
Kleine Mowltjes? Het zou te veel worden voor deze wereld.
{Mowl: dacht je?}
Had je het dan anders aangepakt?
{Mowl: reken maar.}
Regrets ?
{Mowl: nog elke dag.}