|
Ik stond in ’n winkel en ergens ging d’r ’n telefoon over.
Geen van de klanten reageerde op ’t irritante en veel te harde geluid. Ik fronste m’n wenkbrauwen. De winkelbedienden leken ’t gerinkel ook al niet op te merken. Vreemd, vond ik. Ergerlijk, zelfs. Dat niemand ’t ding tot zwijgen bracht. Moderne tijden, dacht ik. Stil zuchtte ik over zo’n hedendaags gebrek aan fatsoen. Maar ik besloot me d’r niet al te druk over te maken. Zinloos, dacht ik.
En toen zweeg in enen ’t toestel.
[Dat ’t m’n eigen apparaat was geweest dat die herrie maakte, ontdekte ik natuurlijk pas later, toen ik alweer op straat was. Ik had m’n nieuwe beltoon niet herkend. Niks ongemanierd, gewoon ouderdom.]
Maar goed dat je de omstanders niet ook nog luidkeels probeerde te wijzen op hun onbetamelijke gedrag.
{Mowl: ’t had wel elke verdachtmaking van mij afgewenteld.}
De kunst is om, als je éénmaal doorhebt dat het jouw telefoon is die rinkelt, onverstoorbaar te blijven rondkijken en het gerinkel te blijven negeren 🙂
{Mowl: dat deden de anderen om me heen allemaal.}
En hij moet wel zo hard, anders hoor je hem immers niet…
{Mowl: dat kan d’r ook nog wel bij.}
Ik had laatst ook een andere beltoon genomen en die maakte ook totaal geen indruk bij mij. Daarom gebruik ik nu weer de oude.
{Mowl: heel wijs.}
Ai! Maar zeer herkenbaar. Zolang dat je enige ouderdomskwaal is valt het allemaal wel mee, toch?
{Mowl: als dat ’t enige was, inderdaad.}
What a screamer !
{Mowl: nietwaar?}
wat me zorgen baart is dat jij zelf niet meer schrikt van dit soort ontwikkelingen. zalig als je zo onbekommerd ouder kunt worden (vette knipoog)
{Mowl: ach, je went eraan. Dat weet je toch?}