Op weg naar de supermarkt rende ’n geblondeerde vrouw met ’n zonnebril op d’r hoofd ons voorbij.
We keken mekaar aan.
Op de hoek van de winkel stond de daklozenkrantverkoper z’n daklozenkrant te verkopen. De vrouw bedacht iets en hield zich ’n tel in.
“Colaatje?” vroeg ze aan de man. Glimlachend knikte die. De vrouw stak d’r duim omhoog en stoof de winkel in.
[Toen wij even later de super verlieten stond d’r inderdaad ’n flesje cola naast de daklozenkrantverkoper. “Maar wel mooi van ’t huismerk.” zag ik. “De krent.”]
Gewoon eten en drinken wat je lekker vindt. Niet bezuinigen op de primaire levensbehoeften. Als het kan.
{Mowl: wees niet bezorgd.}
Sommige dingen kun je gewoon niet van het huismerk kopen: Cola, Pindakaas, Koffie, Chips dat soort dingen.
Enne peer… kom ik bij jou maar geen cola drinken
En geen wijn meer bij jou, Rene.
{Mowl: dan hoeven we nog maar de helft in te slaan.}
Nou beter huismerk dan helemaal niets
{Mowl: niks is ook maar niks.}
In het kader van de kredietcrisis vind ik dat wel gepast. Thuis drinken wij ook dozenmarktcola: 6 liter voor de prijs van 1 liter Coca. Voor de gasten natuurlijk wel even overgieten in deen Coca-fles. En voor de daklozenkrantverkopers.
{Mowl: net als wij doen met de wijn.}
Kudtwijf
{Mowl: kijk je je Van Dale nog even na?}
Wat onaardig van die mevrouw. Verliest ’ie straks ook nog z’n tanden.
{Mowl: ik weet eigenlijk niet of ie die nog had.}