|
Ik kan geen bagel meer zien.
Hedentendage, wanneer ik voor m’n werk moet gaan lunchen, zie ik niks anders meer. Bagels met roomkaas, bagels met zalm, bagels met rosbief. En steevast gelardeerd met bieslook of bamboespruiten. O, en dan als variatie nog es ’tzelfde, maar dan verkleed als in driehoekjes gesneden korstloze sandwiches.
Soep, verlangde ik op ’n gegeven moment. Bruin bolletje kaas. Kroket.
Ik hoorde mezelf zuchten. En met zekere tegenzin nam ik weer ’n beet uit m’n hippe hap.
[Je zult me vast en zeker ’n zeurende ouwe lul vinden — mij best. Maar ik geef ’t je op ’n briefje: ooit komt ook voor jou de dag dat je verlangt naar gewoon, simpel en ouwerwets.]
Kan iemand de zult wellicht even aangeven?
{Mowl: jakkes.}
Ouderwets heeft absoluut iets
{Mowl: dacht ’t wel.}
Mijn keukenprins zou zo graag een broodjes zaak beginnen, met gewone ouderwetse lekkere broodjes, die je verdorie nauwelijks ergens kunt krijgen!
Broodje kaas, (eigenmaakte kroket, met plakje brood en mooie mosterd?), koppie huisgemaakte soep!
{Mowl: wanneer begint ie?}
Hmmm moet ik misschien ook eens uitproberen.
{Mowl: maar natuurlijk.}
Ik dacht dat een bagel een hond was.
{Mowl: ja hoor.}
… en een beagle een amerikaans broodje!
{Mowl: precies.}
Ik maak ze dan ook graag zelf. Heerlijke verse saucijzenbroodjes. Weet ik tenminste zeker dat er geen varkensvlees in zit. En lekker joh!
{Mowl: je neemt ’t me vast niet kwalijk dat ik die van Brrrr prefereer. Zie je de foto?}
Ja ik zie het. Ziet er (bijna) net zo goed uit als die van mij 😛
{Mowl: gebruik jij kalfsgehakt?}
Niet te versmaden zo’n saucijs; maar dan wèl eentje van Bakker G. te Z.: dat zijn de lekkerste van héél Nl.
{Mowl: ik ga watertanden.}
Niets mis met ouderwets. Maar misschien ben ik ook al wel oud (genoeg). 😉
{Mowl: ik wel, tenminste.}