|
Brrrr had vetbolletjes aan ’t hek gehangen en appels d’rop gespietst. Nou werd ie blij.
“Moet je kijken.” zei die enthousiast. “Ze hebben ’t ontdekt.”
Diverse vogels pikten aan de lekkernijen dat ’t ’n aard had. ’t Was inderdaad aandoenlijk. Maar ik zag nog wat anders.
“Leuk ja.” zei ik. “Maar ze hebben ook m’n zadel ondergescheten.” Brrrr bleef d’r onberoerd door glunderen.
“Dat doen ze altoos.” zeidie.
[Ach, laat ’m maar. Hij is nu de zieke met koorts- en kilterillingen, ’n houten hoofd en overal spierpijn. Alleen ’t eruptiebraken — dat lukt ’m nog niet.]
Ik krijg altijd een heel speciaal gevoel van binnen als iemand ‘altoos’ zegt. Maar gelukkig is het gebruiken van het woord ‘eruptiebraken’ kort daarna voldoende om die bijzondere spanning af te breken.
{Mowl: dat effect heeft dat woord vaker.}
Het gaat om het idee van die lieve vogeltjes, je zadel is maar bijzaak:-)
{Mowl: jij hoeft duidelijk niet op die shit te zitten.}
Zelfs niet met zo’n goed voorbeeld?
{Mowl: hij ging nooit mee naar de wc.}
Vogeltjes pikkend aan appels en vetbolletjes…… niets ontroerenders dan dat. Ik neem hun fleddertjes graag voor lief.
{Mowl: tot ze je zadel befledderen.}
Ondankbare krengen die vogels!
Ik zeg op rantsoen!
{Mowl: ik wilde ’t hek onder stroom zetten, maar Brrrr was daar op tegen.}