|
Ik rook mezelf.
Of beter gezegd: ik rook alle aan mij hangen gebleven geurvlaggen van — vooral — de dames die ik die ochtend, de eerste werkdag van ’t jaar, met ’n zoen op beide wangen ’t traditionele allerbeste voor ’t nieuwe jaar heb toegewenst. D’r leek geen eind aan te komen.
Ik wist niet dat ik zoveel verschillende collega’s had, dacht ik. Met net zoveel verschillende luchtjes.
Jak.
[Ieder jaar is d’r weer sprake van ongewenste melanges. En ik wil d’r best iets tegen doen, maar de meisjes, hè — ze willen nu eenmaal allemaal met me knuffelen. De meisjes dan.]
Waarschijnlijk vinden de vrouwen je zo’n lekkere knuffelbeer René 🙂
Ik had het geluk dat ik op de eerste werkdag heel erg verkouden klonk. Daarom vonden de meesten het veiliger om me van op afstand gelukkig jaar toe te wensen. 🙂
Alhoewel er we eentje is op het werk die ik best eens aan mijn boezem had willen drukken 😉
{Mowl: geen woorden, maar foto’s.}
Volgende keer een bordje om je nek hangen met: Heren wilt u mij ook zoenen.
{Mowl: heb je m’n mannelijke collega’s wel es gezien?}
Aaaah….terwijl de jongetjes toch zoveel lekkerder ruiken…
{Mowl: zoveel lekkerder!}
Waarom glimlachte je er dan zo gelukzalig bij??
{Mowl: omdat ik aan jou dacht.}
Bij ons wordt er gewoon niet gezoend. Wel zo gezellig.
{Mowl: zijn d’r ook betonmannen die je wel zou willen zoenen, dan?}
Zucht. Alsof in de beton geen vrouwen werken. Zucht.
En even op je vraag, het antwoord is “Ja”
{Mowl: in dat geval — foto’s!}
De jongens respecteren Brrrr?
{Mowl: heb ik weer.}
Dat is het lot van een homo he 😉
[en die brug ken ik!]
{Mowl: op weg naar ’n fotohokje.}