|
Onder de gasten bevond zich een Spanjaard. Tijdens het feestdiner onderhield hij zich geanimeerd met zijn tafelgenoten. Ik probeerde intussen zo goed mogelijk de namen van de gerechten en hun ingrediënten te vertalen in het Engels. Maar omdat zijn vriendin beter Spaans spreekt dan ik Engels gaf ik het op enig moment op.
Pas bij vertrek spraken we de Spanjaard weer. Hij keerde zich nog een keer om en zei tegen Brrrr dat hij had genoten.
“Vooral de tagliatella met gerookte zalm.” zei hij. “Eigenlijk hou ik daar niet zo van. Maar deze…”
Hij knikte met zijn hoofd.
“Awesome.” zei hij. Brrrr groeide drie stenen.
[Hij had het compliment verdiend, natuurlijk. Maar ik ben partijdig.]
Ik heb natuurlijk niet meegegeten, maar ik durf zo te beweren dat de Spanjaard gelijk had.
{Mowl: ’tuurlijk had ie gelijk.}
En ik zie nu dat het dak ook dicht kan…
{Mowl: we zijn daar zelf ook wel blij mee.}