|
“Je moet ze es schoonmaken.” zei Brrrr. Daarna ging ie naar de wasdroger in de kelder. Nog net niet zuchtend bracht ik m’n schoenen naar ’t aanrecht.
Ik zette de kraan aan, spoelde de modder van de zolen en veegde ’t paar tenslotte droog met ’n vaatdoekje.
“Heb jij dit gebruikt om je schoenen schoon te maken?” vroeg Brrrr toen ie later ’t bevuilde lapje in de gootsteen zag liggen.
“Ja.” zei ik als vanzelfsprekend. Brrrr schudde z’n hoofd.
“Je zou toch beter moeten weten.” zeidie.
[“Nee.” zei ik. “En dat wil ik niet weten ook. Ik ben geen huisvrouw.” Waarmee ik eigenlijk wilde zeggen, dat ik gewoon te lui was.]
Misschien bedoelde Brrrr wel dat een vaatdoekje niet echt voor de schoenen bedoeld is?
{Mowl: zou zo maar kunnen.}
Misschien dat Brrrr het de volgende keer gewoon zelf doet.
{Mowl: daar is ie wel voor ingehuurd.}
….en je moet ze zo te zien ook laten verzolen………………
{Mowl: is inmiddels gebeurd.}
Een doekje is een doekje.
Vuil gewoon even in de was toch?
{Mowl: dat had ik dus moeten doen.}
Ik ben nu toch wel benieuwd wat er zo speciaal is aan dat lapje.
{Mowl: zoiets hoort in de was, natuurlijk. Niet op ’t aanrecht}
Dat is zo vanzelfsprekend dat ik daar niet aan gedacht heb.
{Mowl: net als ik.}
Een kloddertje lijm tussen de zoollagen is volgens mij ook geen overbodige luxe…..
{Mowl: Brrrr heeft ze al weggebracht.}
Maar hij blinkt wel weer mooi.
{Mowl: zonnebrillenglans.}