|
Uit sanitaire overwegingen was Brrrr even ’n horecagelegenheid ingelopen. Ik wachtte zolang buiten.
In de rij voor de eerste geldautomaat stond ’n jongen met ’n nieuwsgierig puppy. ’t Dier had ’n uitstekende smaak, gezien z’n aandacht voor ’n andere, prettig uitziende jongeman in de queue van de naaste flappentap. De beide knapen raakten in gesprek.
De inhoud van de dialoog was voor mij onverstaanbaar, maar dat deed ‘r ook eigenlijk niet zo toe. De scène van dit spontaan ontstane contact in de zon was op zich al blijmakend. Helemaal wanneer ik m’n vuige fantasie de vrije loop liet gaan over de mogelijk eropvolgende akte.
[“Ik wil ook ’n hond.” zei ik toen Brrrr even later terugkeerde. Ja hoor — alsof ’n kwispelaar me jonger, strakker en knapper zou maken. Uhuh.]
Met een hond maak je wel sneller contacten
{Mowl: maar waar laat je ’t beest daarna?}
Mmmmm en dan ook nog lekker in korte broek!
{Mowl: leve de lente.}
Ik heb twee poezen … ‘k zou best met hen willen gaan wandelen, maar het staat zo raar om ze aan een leibandje uit te laten hé?
{Mowl: ga op de kermis staan met je twee poezen.}
Honden zijn weer helemaal hip.
{Mowl: is dat zo?}
Als ik Appie bij me heb, durft niemand in de buurt te komen.
{Mowl: dat snap ik.}
Dat niet. Maar een schattig beestje of kindje leidt wél de aandacht af van het uiterlijk van de begeleider (m/v) en zorgt voor gesprekstof. En zodra mensen aan het praten slaan wordt al snel niet meer naar uiterlijk gekeken. Het werkt dus wel degelijk. Heb ik van horen zeggen. Uiteraard.
{Mowl: moet ik ’t dan soms van m’n karakter hebben?}
Honden? Ik ben allergisch voor die beesten…
[jammer overigens dat dit mij niet overkomt :P]
{Mowl: ook zo’n zelfmiskenning?}