Aan ’t lijntje

pup

Hoe meer ik de mensen leer kennen, hoe meer ik van mijn hond houd. Michel Eyquem de Montaigne (1533-1592)

Uit sanitaire over­wegingen was Brrrr even ’n horeca­gelegen­heid in­gelopen. Ik wacht­te zo­lang buiten.

In de rij voor de eerste geld­automaat stond ’n jongen met ’n nieuws­gierig puppy. ’t Dier had ’n uitstekende smaak, gezien z’n aan­dacht voor ’n andere, prettig uit­ziende jonge­man in de queue van de naaste flappen­tap. De beide knapen raakten in gesprek.

De inhoud van de dialoog was voor mij on­verstaan­baar, maar dat deed ‘r ook eigenlijk niet zo toe. De scène van dit spontaan ontstane contact in de zon was op zich al blij­makend. Helemaal wanneer ik m’n vuige fantasie de vrije loop liet gaan over de mogelijk eropvolgende akte.

[“Ik wil ook ’n hond.” zei ik toen Brrrr even later terugkeerde. Ja hoor — alsof ’n kwispelaar me jonger, strakker en knapper zou maken. Uhuh.]

Standaard

7 gedachten over “Aan ’t lijntje

  1. Anne schreef:

    Ik heb twee poezen … ‘k zou best met hen willen gaan wandelen, maar het staat zo raar om ze aan een leibandje uit te laten hé?

    {Mowl: ga op de kermis staan met je twee poezen.}

  2. Dat niet. Maar een schattig beestje of kindje leidt wél de aandacht af van het uiterlijk van de begeleider (m/v) en zorgt voor gesprekstof. En zodra mensen aan het praten slaan wordt al snel niet meer naar uiterlijk gekeken. Het werkt dus wel degelijk. Heb ik van horen zeggen. Uiteraard.

    {Mowl: moet ik ’t dan soms van m’n karakter hebben?}

Laat een reactie achter bij BasReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.