Achtergebleven

Kwaad is datgene wat men van anderen denkt. Het is een zonde kwaad van anderen te denken, doch zelden een vergissing. Henry Louis Mencken (1880-1956)

Achter mij liep Kim, maar dat wist ik toen nog niet. ’t Enige wat ik zag was ’n vermoeid-ogende herders­hond die traag achter d’r baasje aan­liep. ’t Baasje dat al meters verder voor ons uit ging, al bel­lend met z’n mo­biel aan ’t oor. Toen ’t ge­sprek was af­gerond draaide ie zich om en riep, licht geërgerd: “Kom op Kim, niet zo sloom!” — ik had meteen ’n hekel aan de vent.

Ik vertelde Brrrr over de scène en in plaats van dat ie met mij ver­ont­waar­digd was over ’t ge­brek aan mede­dogen van de man, vroeg ie: “Had ’t baas­je ’n kaal­geschoren kop­pie?”, wat ik be­aamde.

“Oh,”  zei Brrrr, “da’s dat trage beest van ’t Bezoekerscentrum. Kim. Niet vooruit te branden.”

[“Oh.” reageerde ik teleurgesteld. Daarmee had Brrrr m’n stukje om zeep geholpen. Soms is de waarheid ongewenst gezelschap.]

Standaard

6 gedachten over “Achtergebleven

Laat een reactie achter bij TeunReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.