|
Dat ’n ingeslagen autoruitje om drie uur in de nacht ’n alarm liet afgaan — daar waren we ’t snel over eens. Maar verder verschilden onze lezingen van ’t nachtelijk voorval nogal.
“Ik zag ’n lichtflits.” wist ik. Brrrr schudde z’n hoofd.
“Niet gezien.” zeidie.
“Maar je hoorde toch wel dat scootertje wegrijden?” zei ik. Weer ’n ontkennend gebaar.
“Nee.” zeidie. “Niet gehoord.”
“Jawel,” zei ik, “hij reed de straat omhoog.”
“Nietes.” zei Brrrr. “Ze gingen omlaag, de straat uit.”
[In ’n land met ’n ander systeem had ’n veiligheidsdienst zo’n tegenstrijdige verklaring op z’n minst verdacht gevonden. Gelukkig voor Brrrr leeft ie hier, in mijn systeem.]
Hoe weet Brrrr dat de scooter de straat omlaag uitging als ‘ie ‘m niet gehoord heeft?
{Mowl: dat was nu precies mijn punt.}
Maar wat is zijn verklaring daarvoor? Kom zeg, je hebt toch zeker wel doorgevraagd?
{Mowl: natuurlijk niet.}
Ik was gisteravond vergeten het raam aan de bestuurderskant van mijn auto dicht te draaien. Niet een klein beetje. Vanmorgen stond deze nog steeds helemaal open. En alles lag er nog in! 🙂
{Mowl: ’n beetje autodief vertrouwt zoiets niet.}
Dan hebben we de oplossing gevonden. Toch?
{Mowl: alles openlaten in ’t vervolg. Perfect.}
Ik geloof Brrrr’s versie.
{Mowl: dat dacht ik wel.}