|
Onze receptioniste wapperde koelte naar zich toe. “Pff!” deed ze.
“Opvlieger?” vroeg ik. ’t Rood aangelopen gezicht had me ’t al verteld.
“Jullie zouden dat es moeten meemaken.” zuchtte ze. “Dan zou je wel anders piepen.” Ik had daar niet echt ’n antwoord op.
“Maar wij moeten ons scheren.” zei ik daarom wat dommig.
’n Sneer was op z’n plaats geweest of op z’n minst ’n dodelijke blik — maar in plaats daarvan schoot ze in de lach.
“Vrolijke pinksterdagen.” glom ze.
[Dat zouden zij es moeten meemaken, dacht ik toen ik me de volgende ochtend, gedurende ’t repeterend ritueel, in m’n nagel sneed. Gelukkig ben ik geen klager, realiseerde ik me ineens.]
Sommige vrouwen kunnen zich ook beter scheren.
{Mowl: als in wegscheren?}
Wow René, ‘wegscheren’?
Merk ik daar een ietsie pietsie anti-woman gevoel?
{Mowl: ik informeer slechts.}
Ik durf me niet met een mesje te scheren. Daar ben ik te bang voor.
{Mowl: gelijk heb je — ’t is levensgevaarlijk.}
Scheer jij je vingers?
{Mowl: bij voorkeur niet.}