“Leuke jongen.” vond ik. We stonden voor ’t verkeerslicht en evalueerden de verkoper van de brillenwinkel.
“Mwah.” vond Brrrr. Ik keek ‘m verbaasd aan.
“Niet?” zei ik. “Ik vond ‘m anders erg vriendelijk.”
“O dat.” zei Brrrr. “Dat was ie zeker. En behulpzaam.”
“En met ’n goede smaak.” ’t Licht sprong op groen. We fietsten verder.
“En hij is volgens mij nog geeneens ’n homo.” veronderstelde ik.
“’t Kan dus wel.” zei Brrrr.
[Tevreden over onze missieresultaten parkeerden we de fietsen in de voortuin. En vroeg ik me af waarom Brrrr de brillenjongen slechts Mwah had beoordeeld.]
Een brillenverkoper, nog nooit in me opgekomen.
{Mowl: vraag jij dan steeds naar z’n beroep?}
Vanwege de bril?
{Mowl: hij droeg lenzen.}
Misschien had hij de toevoeging ‘maar jij bent leuker’ erbij willen horen.
{Mowl: ah! Je vermoedt dat d’r sprake is van jaloezie?}
Was dat het geval?
{Mowl: tuurlijk niet.}
What has good taste to do
with sexual preference ?
{Mowl: steeds minder, schijnt.}