Noorse troostkat

pim

Zij die nooit klagen worden nooit getroost. Jane Austen (1775-1817)

“Ik ga naar bed.” zei ik tegen Pim. Ik zette de afwas in de vaatwasser, blies de kaarsjes uit en gaf ‘m ’n aai over de bol. “Slaap lekker.” zei ik.

Brrrr was werken en ik moest de volgende ochtend weer vroeg op. Dat betekende ’n eenzame start van de nacht. De komende nachten zouden niet veel anders worden. Ik voelde me zielig.

Ik voelde me zielig op de trap. Zielig in de badkamer. Zielig bij ’t tandenpoetsen. Zielig bij ’t licht uitdoen op de overloop. En heel erg zielig toen ik de deur van de kille, eenzame slaapkamer opendeed en ’t licht aandraaide.

Maar daar was Pim. Op ’t bed. Hij was buitenom gegaan en keek me verwachtingsvol aan.

“Dag Pim.” glimlachte ik. Pim begon te spinnen. Toen ik onder ’t dekbed lag rolde ie zich op en deed voor hoe ik moest slapen.

[“’t Is goed,” zei ik, veel later, toen Brrrr thuis was gekomen en beneden in de keuken te horen was, “ga maar.” Pims kolenoogjes knipperden. Dan sprong ie van ’t bed en ging weer terug naar z’n andere baasje.]

Standaard

Een gedachte over “Noorse troostkat

Laat een reactie achter bij peerReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.