|
Ik zag ’t bevroren plasje en dacht nog: Da’s vast glad. Maar toen lag ik al op de grond.
“Dat vind ik altijd zo’n eng idee, vallende oudere mannen.” zei Brrrr nogal overbodig.
“Bedankt.” zei ik — alles deed me trouwens pijn, maar vooral m’n linkerhand.
“Nee serieus.” beklemtoonde Brrrr extra nodeloos.
’t Mag duidelijk zijn dat ik me de rest van deze voorlaatste dag voor kerst voor alles door hem liet bijstaan. Tot aan de volgende ochtend.
“Hoe gaat ’t?” wekte Brrrr me. Ik controleerde m’n grijpertje.
“Verrek.” fronste ik. “’t Gaat beter, geloof ik.”
“Mooi.” zei Brrrr.
[“’t Gaat beter, ’t is niet beter.” zei ik nog — maar dat bleek volstrekt onnut.]
Pijnlijk, zo’n slippertje. Fijn dat Brrrr je desondanks zo steunt. Fijne feestdagen toegewenst aan oude man en jonge(re) lover.
{Mowl: jij ook. Ga je terug naar Barbarije?}
Nee, naar Zuid-Afrika.
{Mowl: veel plezier, daar.}
Gniffel. Ik moet altijd wel lachen om mensen die uitglijden (en niets breken).
{Mowl: maar kneuzen is veul erger!}
Vooral pijnlijk dat ie je een oude man vindt.Fijne feestdagen.
{Mowl: ik rollator me d’r wel doorheen.}