“Ga weg!” raasde ik tegen de zoveelste collega die me deze laatste dag van mij in m’n huidige functie bezocht. Hij schrok d’r zichtbaar van.
“Wat…” begon ie, maar ik liet ‘m de zin niet eindigen.
“Allemaal komen ze, stuk voor stuk, die mensen die telkens weer vriendelijk informeren over m’n nieuwe werk en ondertussen maar aan één ding denken.” vloedde ik. M’n collega stond nog steeds bewegingsloos, z’n mond wat open.
“Maar…” poogde die, maar ik was weer te snel.
“Jullie zijn alleen maar uit op m’n kamer!” priemde ik met vingers en ogen. “Nou, van mij mogen jullie d’r allemaal om vechten — weest d’r gelukkig mee!” En driftig beende ik weg naar de soepautomaat.
M’n collega bleef verbouwereerd achter.
[“Nou zeg.” hoorde ik ‘m nog, “ik wilde alleen weten of ie nog wat wilde drinken.”]
Nou, gefeliciteerd dan maar met de nieuwe functie! Krijg je er een mooie kamer bij?
{Mowl: nee, die raak ik juist kwijt.}
Ik zal je missen jochie, het ga je goed!
Uiteraard blijf ik je volgen via dit log zoals ik al jaren met veel plezier (en bewondering) doe!
{Mowl: we komen mekaar vast nog wel es tegen.}
Degenen die dat antwoord al klaar hebben, zijn de ergsten.
{Mowl: je hebt ’t niet over mij, wel?}
Veelzeggend.
{Mowl: euh, ja?}
Acteurs- en shockeertalent?
{Mowl: zeker wel.}
You seem to have
a short fuse.
{Mowl: ik heb nog nooit klachten over m’n lontje gehad.}
Zozo, ga je promotie maken??
{Mowl: elke stap die ik zet is d’r één vooruit. Behalve wanneer ik de andere kant opga.}