Wij zijn ’t volk

katten
Het belangrijkste in communicatie is horen wat er niet gezegd wordt. Peter F. Drucker (1909-2005)

D’r stond ’n boze man aan de balie van de dienstverlenende instelling. Hij pinde met z’n wijsvinger driftig naar de receptioniste.

“We hebben ’t helemaal gehad met jullie.” baste die. “’t Wordt tijd dat we jullie platbranden. In heel Nederland.”

De toon en de inhoud van de woorden lieten de beveiliger van dienst van achter z’n bureau opstaan. De man leek niet onder de indruk.

“Ja, dan kan d’r wel zo’n bewakertje komen om me aan te staren, maar let op m’n woorden: we gaan ’t allemaal veranderen.” Daarna pakte de man ’n envelop terug van de balie en ging zitten in de wachtruimte. De beveiliger nam weer plaats achter z’n bureau.

[’t Angstige was dat ik wist wie de we zijn waar de man ’t over had.]

Standaard

4 gedachten over “Wij zijn ’t volk

  1. Dat dienstverlenende daar denkt de man dus anders over.
    Over de “we”, misschien zijn het andere maar soortgelijk, ze kregen in het verleden met dreigementen toch redelijk wat voor elkaar bij de dienstverlenende instaties.

    {Mowl: en ze noemden ’t vrijheid, geloof ik.}

Laat een reactie achter bij peerReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.