|
Ik zie ’t pad niet, paniekte ik. De sneeuw had — weer es ’n keer — de wereld met ’n socialistisch laagje gelijkheid bedekt.
“Ik zie ’t pad niet.” zei ik tegen Brrrr. Die dacht dat ik grapte. “Nee, echt: ik vind dat heel erg storend, dat ik ’t pad niet kan zien.” Brrrr bleef vrolijk aandoen. “Zo dadelijk loop ik d’r naast — en dan?”
Daarmee had ik flinke verwarring gecreëerd. Brrrr knipperde met z’n ogen en keek me onbestemd aan. Maar snel hernam ie zich.
“Volgens mij ben je allang van ’t padje af.” frazelde die.
[Zo’n goedkoop inkoppertje. Ik had ’t bijna zelf kunnen bedenken.]
mooie aanvulling voor rechstboven:
als ik niet leef ga ik dood,
als ik wel leef ben ik van het padje af
{Mowl: vind je ’t erg als ik de suggestie laat voor wat ie is?}
Knap hoor, dat Brrrr bij deze winterse omstandigheden nog inkoppertjes klaarspeelt.
{Mowl: hij droeg wel z’n pet, natuurlijk.}