Vlucht

meeuw
Er vliegen altijd meeuwen boven de zee, wat wij ook proberen, wij zullen nooit vliegen als zij, wat zij ook proberen, zij zullen nooit mensen zijn. Conrad van de Weetering (1929)

Ik verstijfde.

“M’n hemel.” kreet ik. “Hoe hebben we dit kunnen doen?” Brrrr glimlachte.

“D’r is toch niks aan de hand?” zeidie. Ik schudde m’n hoofd zo hard, dat ik meende m’n speeksel d’ruit te voelen vliegen.

“Jawel!” wist ik zeker. “We zitten in Den Haag met ’t Songfestival.” Ik schudde m’n hoofd. “Hoe hebben we zo stom kunnen zijn?” Brrrr glimlachte nog meer.

“Liefje.” zeidie. “’t Songfestival is pas volgende week.” Even voelde ik de hoop in me vloeien. Toen sloeg de vertwijfeling toe.

“Volgende week?” zei ik. “Maar dan zitten we in Scheveningen!”

[Nu keek ook Brrrr bedrukt. Daar had ie niet aan gedacht.]

Standaard

3 gedachten over “Vlucht

  1. Het is maar een liedjescompetitie.

    Tijdens de WK-wedstrijd Nederland – Denemarken moet ik werken. Dat is pas balen.

    {Mowl: da’s toch maar ’n spelletje?}

  2. Maar daar zijn toch ook tv’s?
    (Ik heb een afspraak moeten afzeggen om toch te kunnen kijken…)

    {Mowl: ik geloof niet dat ze ’t in ’t theater op prijs stellen wanneer we tv gaan kijken.}

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.