|
“Zo.” zei ik gespannen. “Nu kunnen we niet meer terug.” Ik schoof de enveloppen in de brievenbus. Daarna wandelde ik weer naar huis.
“Had je dat gewild, dan?” vroeg Brrrr daar. Ik schudde m’n hoofd.
“Nee, natuurlijk niet.” zei ik. “Alleen…” M’n lippen trokken samen.
“Alleen wat?” vroeg Brrrr. Ik haalde m’n schouders op. Ik dacht aan de voorbereidingen voor ’t feestje dat we gingen geven, de besprekingen met de chefkok op ’t pleintje, de keuze van de muziek, de samenstelling van de gastenlijst — met ’t versturen van de kaarten was ’t nu definitief.
“’t Is nu definitief.” zei ik. Brrrr gaf me ’n zoen.
“Al bijna twaalfeneenhalf jaar.” zeidie.
[Bijna, dacht ik. Da’s zo goed als Niet. M’n lippen trokken samen.]
Anton en ik zijn hard op weg naar de vijf. Ook heel bijzonder!
{Mowl: de tijd vliegt.}