Het zou een drukke week worden.
Nou ja – ik was vroeg opgestaan, dat wel. Maar van werken is gisteren niks gekomen. Een computerstoring zorgde ervoor dat de treinen gisteren niet reden. Niet tot Utrecht, tenminste. En ik moest naar Amsterdam. Sloterdijk, om precies te zijn.
“De treinen naar Utrecht rijden niet.” zei de stem op het station.
“Potverdulleme.” zeiden de reizigers. Hoe moest dat nu?
“Ga maar niet.” zei de perronopzichter. “Ga maar naar huis.”
[Overmacht heet dit. Je doet er niks aan.]
Helaas was er weer niemand die mij naar huis stuurde.
{Mowl: dat heb je met Eindhoven.}
Oei, en jij vond het natuurlijk heel erg om weer terug naar huis te gaan he? 🙂
{Mowl: het was een drama.}
Ik moest helaas perse naar Amsterdam. En dus heb ik voor de tweede keer deze week omgereisd via Rotterdam. Extra reistijd: 60 minuten.
Een collega van mij (en lotgenoot van jou) komt uit Arnhem en moest ook naar Amsterdam. Hij had gelukkig nog wel een trein van Arnhem naar Utrecht, maar moest daarna met een bus.
{Mowl: de bofkont.}
“ga maar naar huis, zei de conducteur”…, en jullie gehoorzaamde allemaal met een enorm rotgevoel…
{Mowl: ‘allemaal’ weet ik niet. Ik wel.}