|
’t Mooie van veel dingen is ’t ongeziene raffinement dat d’r achter schuilgaat. De schijnbare eenvoud die het genie bedekt. Neem Bach. Neem Einstein. Of neem nou deze stukjes.
’t Zal u, als lezer, hoogstwaarschijnlijk ontgaan, maar afgezien van kwaliteit moeten ze in de regel ook aan andere normen voldoen, die eigenlijk vooral van kwantitatieve aard zijn.
Zo streef ik d’r naar om ’t aantal woorden telkens weer op ’n vijfvoud uit te laten komen — dit inclusief ’t citaat en de benaming van de foto. Perfectie wordt benaderd wanneer de teller aan ’t eind verraadt dat d’r precies honderdvijftig woorden zijn gebruikt.
Waar dat getal vandaan komt of die bijna idiote neurotische drang om ’n getalsmatig criterium leidend te laten zijn voor ’t stukje van de
[En nu moet ik dus stoppen.]
Plaats een reactie