Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Met Mij Kun Je Lachen

Drank maakt de tongen los, vooral koffie bij kletswijven. Johan de Coninck
Drank maakt de tongen los, vooral koffie bij kletswijven. Johan de Coninck

Ik hield collega W aan – ze droeg een dienblad met koffie en thee.

“Mag ik je even iets vragen?” vroeg ik. Ze bleef glimlachend en vriendelijk afwachtend staan. De damp sloeg intussen van de kopjes af.

Ik begon over iets waar ik tegenaan gelopen was en dat veels te onbelangrijk is om hier uitgebreid uit de doeken te doen. Zij luisterde beleefd, terwijl ze het dienblad stevig in haar handen bleef vasthouden. Al snel bleek dat er nog het één en ander moest worden uitgezocht.

“Goed.” zei ik. “Dan hoor ik dus nog wel van je.” Ze knikte en wilde weglopen. “Nog één ding.” columbode ik toen ze bijna bij de deur was. Ze stopte nog eens.

“Waarom loop je eigenlijk met kouwe koffie?”

Collega W sprak een k-woord.

[Ik weet, het is te flauw voor woorden – de moeite van het vertellen geeneens waard. Maar zo gaan die dingen soms.]

  1. Jij guitige rekel.

    (ik vind het een goede grap)

    {Mowl: wat treurig. Je lijkt op mij.}

  2. Ik kan er de humor ook wel van inzien.

    {Mowl: kantoorhumor is pas lachen.}

  3. Het geluk zit in de kleinste dingen.

    {Mowl: o ja?}

    1. In de koudste dingen

      {Mowl: dat zijn vaak de kleinste dingen.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag