Op deze speciale dag een speciale editie van Mowl.eu: in maar liefst drie historiën zal worden aangetoond dat er vreemde snoeshanen op deze aardkloot rondwandelen.
We beginnen onze korte rondreis een aantal dagen terug. Afgelopen zaterdag waren we getuige van een vrijgezellenfeestje. Je weet wel, zo’n aangelegenheid waarbij het feestvarken, in dit geval de aanstaande bruidegom, vreemd uitgedost en vergezeld van ‘maten’ en ‘kameraden’ een stadscentrum doorzwalkt, van terras tot terras, onderwijl de meest ludieke opdrachten tot een bevredigend besluit brengend.
De hoofdpersoon was ditmaal verkleed als Arabier. Opgejut door zijn vrienden gooide hij, ongetwijfeld ter verhoging van de feestvreugde, keer op keer zijn rugzak tussen het winkelend publiek. Het leverde een hilarisch effect op van geschrokken – en verontwaardigde – passanten. We hoopten vurig dat het naderende bruilofstfeest wat minder ‘knal’ zou zijn.
De volgende dag fietsten we, na een aangenaam verblijf elders, huiswaarts. Daar bijna aangekomen, moesten we alleen nog een weg oversteken. We gaven keurig met onze handen de richting aan (zo zijn we opgevoed), terwijl een personenauto vaart minderde. Ongetwijfeld wilde hij ons de oversteek naar onze eigen straat gunnen, veronderstelden we. Toen de auto zo goed als stilstond, besloten we de manoeuvre te maken.
De bestuurder van het vervoermiddel ontstak door onze blijkbaar ondoordachte handeling in razernij. Hij uitte deze emotie door zijn hoofd door het raam te steken en ons ‘Kale neet’ toe te voegen. Hij bedacht zich een moment en riep ‘Kale nicht’ – blijkbaar richtte hij zijn pijlen op Brrrr. “Je ziet toch dat ik geen richting aangeef?” schreeuwde hij met het schuim op zijn lippen, om vervolgens te roepen dat hij onze “Kop van de romp zou rukken”.
Wij verontschuldigden de automobilist bij het zittende terraspubliek, dat geschrokken een en ander had aanschouwd. Vervolgens noteerden we het kenteken van de zich rap verwijderende vierwieler. Je weet maar nooit.
Nog eentje dan, om het af te toppen.
Gisteren, op het station van Z. Een klein station, vooral gebruikt door forenzen.
Ik was op weg naar huis en liep langs de wachtenden op de treinen naar A en D. Een vrouw stond in een wachthokje. Ze had Beatrix-haar en droeg een zonnebril – hetgeen opmerkelijk was met de grijze gesteldheid van de bewolking.
De vrouw maakte zich verder kenbaar door een rode legging te dragen en een lang, wit overhemd. Bewegingsloos stond de vrouw te wachten. Op de trein, naar ik vermoedde.
Toen ik langs haar liep stapte ze naar voren en riep “Boem!”. Vervolgens stapte ze terug en keek ze – voor zover ik dat door haar zonnebril kon zien – weer stoïcijns voor zich uit. Enigszins verward vervolgde ik mijn weg. Een keer keek ik nog om, maar de vrouw stond onbewogen op dezelfde plaats. Toen de trein kwam, besloot ik toch maar om niet in haar coupé plaats te nemen.
[Ach, de verscheidenheid van de mensen is juist een aantrekkelijk fenomeen, dat besef ik maar al te goed. Ik moet er alleen wat beter mee om weten te gaan. Zij zijn niet gek: ik spoor niet. Kent iemand een juiste therapie voor mij?]
Plaats een reactie