Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Sleutelkind

pesto
Met het kapitalisme zou heel goed te leven zijn als er niet zoveel reclame voor nodig was. Jaap Boerdam

“Zullen we ’n eindje gaan fietsen?” vroeg Brrrr. ’t Leek ’n heel normaal voorstel, maar ik wist beter.

“Waar wou je heen?” vroeg ik daarom. Hij haalde z’n schouders op.

“Och, gewoon ’n eindje fietsen.” zeidie. Hij had z’n jas al aan en de sleutels in z’n hand. Ik hees me op uit de bank.

“Vooruit dan maar.” deed ik. Natuurlijk wist ik allang waar we toevallig aan zouden komen — en Brrrr wist allang dat ik dat wist. Maar ergens was ’t semi-nonchalante van deze verlokking ook juist wel weer charmant: jij weet dat ik weet, maar we doen net of ’t niet zo is.

Dus toen we even later langs de nieuwe winkel van Brrrr kwamen wist ik verrast te reageren.

[Vandaag krijgt ie de sleutel en worden we dronken.]

  1. Heel veel succes met de winkel! Waar komt die, dan kom ik zeker een kijkje nemen als ik weer in Nederland ben!

    {Mowl: in Arnhem, op ’t Eiland. Da’s achter de Bijenkorf.}

  2. Wederom gefeliciteerd, en heel veel succes!

    {Mowl: jij weet natuurlijk al of we dat nodig hebben.}

  3. Tell a bit more.
    What sort of a shop.
    Success anyway.

    {Mowl: ’n traiteur/delicatessenwinkel. Kijk maar op de site.}

  4. enfin, des vrais produits à A.

    {Mowl: mais oui.}

  5. Is ’t een slijterij?

    {Mowl: alleen na sluitingstijd.}

  6. Mmmm…..! Delicious.

    {Mowl: kom es langs, zou ik zeggen.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag