Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Onderweg

Voor haar, de vrouw van het stel, was elke beweging een belevenis. Hij, de man, zag zichzelf graag als een man van de wereld. Terwijl hij de treinreis als een vanzelf­sprekendheid met zich meenam, onderging zij elke meter van het traject met open mond.

“Kijk eens naar die natuur!” riep ze uit. Ze schrok van haar eigen enthousiasme, keek om zich heen en grinnikte verlegen.
“Tja, dat heb je veel hier.” zei de wereldwijze man.

“Zouden hier ook…?” begon de vrouw. De man knikte, bijna geruststellend.
“Hazen. En konijnen.” zei hij. “Hier en daar een hert.” wist hij ook. De vrouw schudde van ongeloof haar hoofd.

De man zette zijn ervaring kracht bij door een horizontale zaagbeweging.
“Ze worden gescheiden door de trein.” lichtte hij toe. Vol bewondering keek zijn vrouw hem aan. Wat wist haar man toch veel!

[Hij zat de hele reis schijnbaar onbewogen achterover. Onderwijl werd hij op handen gedragen. Hij wist het en genoot ervan. Net als zij.]

  1. Hoe groot en of hoe klein kan je wereld zijn!

    {Mowl: zo groot als je verbeelding toelaat.}

  2. Leuk als mensen zo genieten van hun treinreis.
    Ik had gisteren per ongeluk de verkeerde en kwam ipv in Nice uit in Menton. Dat is minder lekker zitten

    {Mowl: dat zijn tegenvallers.}

  3. In het land der blinden is een wereldwijze man koning.

    {Mowl: al heeft ie geen oog.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag