Toen ik de gft-bak opzij zette stokte mijn hart en slaakte ik een, niet zo mannelijk, gilletje. Daar zat een levensgrote kikker.
Zijn ogen draaiden een beetje en namen me in zich op. Ik meende duidelijk te zien dat ie van plan was me te bespringen. Hij dacht alleen nog na over hoe en waar. Zijn achterpootjes schenen zich al te spannen. Plop! deed de kikker en maakte een klein sprongetje. Ik rende naar binnen.
“Brrrr!” hijgde ik. Brrrr keek me verbaasd aan. Ik realiseerde me ineens hoe belachelijk ik me maakte. Kordaat herstelde ik me. Ik probeerde kalm over te komen.
“Een, een…” begon ik. Verrek – waarom kun je nooit op de namen van dingen komen wanneer je ze nodig hebt?
“Een wat?” vroeg Brrrr. Ik dacht koortsachtig na. Há!
“Een kikker.” relaxte ik. “Onder de gft-bak.”
“Ah.” zei Brrrr. “Mooi.” En hij ging verder met waar ie mee bezig was.
[Wow. Wat heb ik een coole vent. Was ik maar een beetje zo.]
Plaats een reactie