|
Brrrr heeft vannacht op het logeerbed geslapen. Ik ook, trouwens.
Het trappenhuis is geschilderd en we mochten er gisteren en vandaag niet inkomen. De lak moet harden, weet je. Dat betekent niet allen achtenveertig uur niet naar onze eigen slaapkamer – nee, ook de badkamer en de wc zijn niet toegankelijk. Gelukkig hebben ze op ons beider werk ruime sanitaire voorzieningen.
Toen Brrrr gisteren thuiskwam zag ie al aan de eerste tekenen dat de verbouwing zich na het weekeinde hervat had: bouwvakkersschoenafdrukken over de eerder zo zorgvuldig gepoetste vloer. Zijn stemming zakte in een oogwenk tot onder het vriespunt.
Hij zei het tegen Fred. Hij zei: “Fred, ik ben niet blij.” Fred knikte en begreep het. Hij heeft tenslotte vroeger sociale academie gedaan. Dan leer je dat, mensen begrijpen.
Dus begon Fred aan de opbouw van de nieuwe werkbank in de keuken. Dat was een goeie zet van Fred: tegen de voltooiing van de werkbank belde Brrrr me op. Hij klonk zowaar lyrisch.
[Ineens waren die negentig dagen dat we al bezig zijn minder belangrijk dan die paar dagen dat we nog moeten. Dus sliepen we op onze logeerbedjes in de woonkamer en gingen we ongedoucht vanmorgen het huis uit. Vannacht mogen we weer naar boven – maar wel op onze sokken.]
Plaats een reactie