Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Pinnig

pinapparaat
Ik begroette de messingnichten van de overkant vriendelijk in de buurtsuper. Dat kost tenslotte niks.

Zij hadden bij de ingang ’n handscanner meegenomen, zag ik. Dat had ik ook moeten doen, dacht ik. Want afgezien dat zoiets reuze handig is en tijd aan de kassa bespaart, ben ik wel ’n apparatenzuiger. Als ’n kastje knopjes heeft en iets van ’n batterij kan worden vermoed, moet ik ’t vastpakken en liefkozend betasten. Nou ja, liefkozend — eerder begerig. Afgunstig zag ik dat bijna alle klanten zo’n apparaat in de hand hadden. Overal om me heen klonken de bliepjes van de scanners. Ik miste m’n eigen bliepjes.

Licht chagrijnig liep ik naar de sukkelkassa’s.

Daar was ’t praktisch leeg, op drie caissières na. Aan de andere kant, bij de pinapparaten van de handscanners zag ik de messingnichten in ’n lange rij staan.

Vriendelijker dan eerder zwaaide ik naar ze. Ze zwaaiden niet terug.

  1. Vriendelijkheid verjaagt sjagrijn zie je maar weer .. zonder bliepjes lijkt t me bovendien stukken gezelliger en relaxter winkelen.

    {rat: apparaten moeten bliepen. Anders is d’r niks aan.}

  2. De megasuper heeft me al twee keer proberen over te halen, maar ik snap nog steeds niet hoe het werkt.

    {rat: je bent ook nog steeds niet echt deze eeuw ingerold, wel?}

  3. Wat zijn messingnichten?

    {rat: denk interieur.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag