Maarten was best bereid om te vertellen waarom ie op straat liep met Span in de armen.
“Af en toe luistert ze niet.” zeidie. “En dan moet ik streng voor d’r zijn. Zoals nu ook. Ik heb d’r namelijk geleerd, om, voordat we de straat oversteken, dat ze eerst aan de rand gaat zitten tot ik zeg dat we kunnen doorlopen. Maar met dit weer luistert ze ineens niet meer.” zei Maarten met gefronst voorhoofd. “Ze vindt ’t te nat om op de grond te gaan zitten.” Hij probeerde boos te kijken. “Zojuist hebben we wel tien minuten bij de uitgang van ’t park gewacht omdat mevrouw niet wilde zitten. Toen heb ik d’r maar opgepakt.” Hij streelde de hond zachtjes. “Ze moet wel weten wie d’r hier de baas is. Hè doerak?”
Plaats een reactie