De eerste auto was nog geen probleem: die reed de parkeergarage uit om via ’n sluipweg de route te vervolgen. Hij moest daarvoor tegen de officieel voorgeschreven richting in rijden. ’t Doel van de manoeuvre was ook niet helemaal duidelijk: om tijdwinst kon ’t niet gaan. Maar ’t was zondag en rustig qua auto’s — dus wat was ’t probleem?
’t Antwoord daarop ontdekte de twee auto, die de eerste had moeten volgen. In plaats daarvan zette die zichzelf vast op de trottoirband naast de weg. De vrouw achter ’t stuur — ’t was inderdaad ’n vrouw achter ’t stuur — probeerde nog door te sturen en gas te geven weg te komen, maar dit mislukte. Uiteindelijk claxonneerde ze naar de voorgaande chauffeur.
“En dan hebben ze ook nog Belgische kentekens.” moest ik even kwijt.
Plaats een reactie