|
Ik gniffel als Brrrr mij op de hoogte stelt van een ons bedreigende plaag.
“Nee, serieus!” bezweert ie mij, “Ze zitten op een hoopje in de slaapkamer.”
“Ik heb anders nog nooit gehoord van gevaarlijke lieveheersbeestjes.” schamper ik. Brrrr antwoordt niet, maar kijkt veelbetekenend.
Even later ben ik toch zelf in onze slaapkamer om de dreiging tot me te nemen. Ik tuur naar de ruimte tussen gordijn en plafond en ja, inderdaad, daar zit een aantal mariakevers in een groepje. Ze bewegen niet, ook niet als ik met het gordijn wapper.
“Zijn dat je gevaarlijke insecten?” vraag ik cynisch. Brrrrs blik is voldoende om me tot zwijgen te brengen.
[We hebben het er niet meer over. Ik denk er niet meer aan. Tot we de nacht gaan maken en het licht uitdoen. Dan hoor ik geluiden, daar bij Die Plek. Met moeite durf ik de ogen te sluiten. Dan zie ik lieveheersbeestjes die tot gigantisch formaat zijn opgeblazen. Ik huiver. Maar ik zeg niks tegen Brrrr. Kom nou.]
Plaats een reactie