Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Ice Baby

ijs

Lachen is leedvermaak maar dan met een zuiver geweten.
Friedrich Nietzsche (1844-1900)

Nu we aan de straatzijde slapen, horen we geluiden die voorheen voor ons verborgen bleven. Passerende mensen, startende auto’s, bezorgende bromfietsen.

Ik had gedacht dat dat storend zou werken, maar niets is minder waar. Blijkbaar zijn wij zo verstedelijkt dat het horen van menselijke activiteiten ons geruststelt en ontspant. We slapen er heerlijk op.

Vanmorgen, een tijdje nadat Brrrr was opgestaan (op vrijdag mag ík uitslapen) hoorde ik iets nieuws. Het duurde even voordat het geluid tot me doordrong.

‘Ah.’ dacht ik, ‘Brrrr poetst zijn tanden.’ Maar gelijk wist ik dat dit niet waar was. Er bereiken me hoegenaamd nooit geluiden uit de badkamer. De verbouwing is erg gedegen gebeurd, ook wat de isolatie betreft. Ik keek op de wekker.

Het was even over zeven. Brrrr was al aan het werk. Hij kon het niet zijn. Toen hoorde ik een deur dichtslaan. Een autodeur.

Een glimlach verscheen op mijn mond. Het raadsel was doorgrond.

Buiten, op dit ontijdige uur, stond iemand in de ijzige kou zijn ruiten te krabben.

[Ik trok het dekbed wat verder over mijn schouders en draaide me nog eres om. Tegelijk besloot ik nog even te blijven liggen. Ha! Weekeinde!]/small>

  1. Fijn zeg.. nog een keer lekker omdraaien!

    {Mowl: de mooiste momenten van de dag.}

  2. ja: heeeerlijk die kou!
    ik moest er doorheen lopen vanochtend… ‘k heb weer genoten!
    aldus.

    {Mowl: gek hè, ík kan niet wachten tot het voorbij is.}

  3. Krabben…haha. Ben ik blij dat ik geen auto heb.

    {Mowl: mijn fiets start altijd.}

  4. Ik weet hoe het voelt. Ik deed duizend straten verderop hetzelfde.

    {Mowl: krabben zonder jeuk.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag