|
Het is een bekend gegeven in de weblogwereld: een stukje met een poes scoort altoos. Hier dus een stukje met een poes.
Het verhaaltje is eigenlijk een verhaaltje van niks: poes heet Pim, Pim heeft dorst, Pim drinkt water uit glas.
Voila.
Nu moet ik je er wel bij vertellen, dat katten in het algemeen verziend zijn. Objecten die zich in de buurt van hun neus bevinden zien ze slecht. Zo ook een waterglas.
Pim duikt daarom ook eerst met zijn neusje het glas in tot het, hopla!, tegen de waterspiegel stoot. Als de neus nat wordt, weet Pim dat ie kan gaan likken.
Hij slobbert dan, zo goed en kwaad als ie kan (hij heeft immers een afwijkend tongetje), het water naar binnen. Het gaat gepaard met flink wat lawaai. De spontane ontdekking, ooit, van het glas water is geworden tot een traditie.
Als ’s avonds Brrrr wat te drinken pakt, is Pim er als de kippen bij om even de inhoud van het glas te inspecteren. En op te slobberen. Als het water is.
[Wijn vindt ie niet lekker. Als ie de alcoholdampen al ruikt, trekt hij zijn kopje schielijk terug. Soms vragen we ons af of ie wel een kat van ons is.]
Plaats een reactie