Vertwijfeld liep de vrouw door de gangen van de supermarkt.
Met haar ene hand duwde ze het winkelwagentje voort. In haar andere had ze een opengeslagen kookboek geklemd. Ze leek verdwaald; zonder enig idee waar ze heen moest. Uiteindelijk klampte ze een medewerker van de winkelketen aan.
"Ach meneer," smeekte ze bijna, "Kunt u mij helpen?"
"Waarmee kan ik u van dienst zijn?" automatiseerde de winkelhulp bereidwillig. Hij toverde zowaar een glimlach op zijn lippen. En dat in deze dagen waar de klandizie schijnt te denken dat die ene extra dag waarmee het weekeinde wordt verlengd het einde van de bevoorrading van de levensmiddelen moet betekenen en dientengevolge handelt. Een hele prestatie.
"Euh." aarzelde de vrouw. Ze duwde de bladzijden van elkaar. Ze keek de bediende een moment aan en glimlachte nerveus terug.
"Ik ben op zoek naar de de, euh" ze wandelde met haar wijsvinger over de bladzijde, "Ja, euh, k-kervel?" zei ze vragend, "Heeft u dat, kervel ?"
[Terwijl ze winkeljongen haar de weg wees, keken Brrrr en ik mekaar aan.
"Die kan beter uit gaan eten." zeiden we tegelijk. En net zo eensgezind knikten we.]
Plaats een reactie