|
Ik ben altijd benieuwd naar wat ik niet kan waarnemen. Je zou dit een filosofische instelling kunnen noemen, ik ben eerder geneigd het een onuitputtelijke nieuwsgierigheid te noemen.
Neem nou televisie.
We kunnen hier, geloof ik, ruim honderd kanalen ontvangen. Maar de wetenschap dat er daarnaast nog veel meer wordt uitgezonden, maakt me onrustig. Wat is er wat ik niet kan zien? Wat komt er niet tot mij? En wie bepaalt dat ik het er zonder moet stellen?
Sinds gisteren is die onrust iets minder geworden. De kabelboer heeft – in al zijn goedheid – mij de toegang verschaft tot alle regionale zenders van het land. Van RTV Noord tot het Limburgse L1. Ik ben gelukkig.
Ik ga, met mijn afstandsbediening, langs alle kanalen en zuig alle nieuwe informatie op: de natuurbeelden van Omroep Flevoland, de kunstschatten van de Utrechtse televisie, de schokkende nieuwsfeiten van Brabant. Wat heb ik veel moeten missen! En wat een genot dat deze leegte nu wordt gevuld!
[Elk voordeel heb zijn nadeel: de nieuwe beelden komen tot mij in gezelschap van onverstaanbare klanken. Omrop Fryslân of Al Jazeera – ik eis ondertiteling.]
Plaats een reactie