|
Wanneer ik, als kind, naar bed moest, zei mijn moeder: “Naar bed!” En dan voegde ze daaraan toe: “Rankoesjee de balisjee de hollekidee!”
Als ik dat probeerde na te zeggen, struikelde ik over mijn eigen tong en moest mijn moeder glimlachen. Even later, nadat ik was toegestopt en het licht was uitgedaan, probeerde ik het nog een keer en nog een keer. Maar het lukte me nooit om het goed uit te spreken. Rankoesjee de balisjee de hollekidee.
We zijn intussen jaren verder. Als ik mijn best had gedaan had ik nu zelf kinderen kunnen hebben waar ik ‘rankoesjee de balisjee de hollekidee’ tegen had kunnen zeggen. Maar ja, homo hè. Dus was ik erg blij toen deze week mijn moeder ’s avonds belde.
“Wat is er?” vroeg ik.
“Ze zijn in de straat aan het graven geweest en ze hebben de kabel per ongeluk doorgestoken.” antwoordde ze. “En nu heb ik geen radio of tv meer. Ik verveel me.”
Ze kon niet zien dat ik glimlachte.
“Mooi.” repliceerde ik. “Dan ga je nu es lekker vroeg naar bed.”
En toen kon ik het zeggen: “Rankoesjee de balisjee de hollekidee.”
[De rollen gaan draaien in de loop der tijd. Langzaamaan word ik mijn moeder. Best angstaanjagend, eigenlijk.]
Plaats een reactie