|
Het bestaan is durven, wagen, doen. En aan het eind van de lijdensweek hebben we het leven zelf getart: voor een dag werden we toerist.
Het is een hele ervaring, voor provincialen als Brrrr en ik. Allereerst moesten we, om onze zelfgestelde opdracht te vervullen, de trein naar onze hoofdstad pakken.
Eenmaal in Amsterdam aangekomen transformeerden we van simpele provinciaaltjes tot doorgewinterde toeristen.
Dat betekent: midden op de straat of het fietspad lopen, zo breed mogelijk de doorgang voor medeweggebruikers belemmeren, friet eten en de zak naast de bak gooien (goed, dat mislukte – maar we hebben het wel geprobeerd.)
De stad op haar beurt geeft daar heel wat voor terug: een grote, kolkende mensenmassa, waarvan elk individu precies daar gaat lopen waar wij gaan, winkelbedienden die geen woord Nederlands spreken, onbeschoft horecapersoneel. En natuurlijk overal afval naast de bak (dat dan weer niet van ons was).
Het ons voordoen als toerist was een louterende ervaring. Opgelucht keerden we aan het einde van de middag terug naar huis. Opgelucht en dankbaar dat we weg konden.
[In onze gebeden gedenken we hen die achter moesten blijven. Konden we hun lijden maar op ons nemen. Maar helaas, dat zit er niet in.]
Plaats een reactie