Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Banaan

station z

Ik heb nog nooit een man ontmoet die zo onwetend was dat ik niets meer van hem kon leren. Galileo Galilei (1564-1642)

De jongen was niet goed, dat zag je zo.

Hij droeg een zwarte trainingsbroek en een zwart t-shirt. Zijn mond stond open en hij keek me aan, toen ik mijn banaantje pelde op het perron van Z.

Hij trok zijn t-shirt wat omhoog, zodat ik zijn navel kon zien. Dan bewoog hij met zijn heupen en begon te zingen.

“Me gusto ti banana.” zong hij. Of zoiets. Daarbij wees hij naar mij. Hij keek ernstig. Ik glimlachte beleefd en wenste dat de trein kwam.

Toen die even later inderdaad werd voorgebracht. stapte ik gehaast in. De jongen bleef achter op het perron. Hij maakte wat onduidelijke gebaren terwijl hij rondkeek. Toen zag hij mij weer, achter het glas.

Hij legde een vinger op de ruit, gelijk ET, en staarde me strak aan. De deuren sloten zich, de trein zette zich in beweging. De jongen volgde het voertuig een meter of twee, al die tijd met de vinger op het raam naast mij. Toen liet hij los.

[De jongen was niet goed, ik zei het al. Als ie Ricky Martin – ik noem maar iemand – was geweest, had het verhaal een heel ander verloop kunnen hebben. Maar ja, Ricky Martin had waarschijnlijk mijn raampje niet bevingerd.]

  1. Wat een gewaagde versierpoging, zo op het station van Z.

    Waarom praten we – als we het over de stations hebben- eigenlijk altijd in schuiltermen? Stationsprivacy?

    {Mowl: ik weet niet of er een strategie achter schuilgaat.} 

  2. De tweede letter verraadt overigens een E. En aangezien het geen Zevenbergen zal zijn…..

    {Mowl: Zetten-Andelst? Zoetermeer?}

  3. Hij had gewoon zin in jouw banaan. Is dat nou zo vreemd?

    {Mowl: mi banana ti banana.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag