|
De waarschuwingen had ze in de wind geslagen en daar had ze nu spijt van.
Ze kende de verhalen over Sicilië en de Sicilianen maar dat weerhield collega M er niet van om er met een vriendin op vakantie te gaan. Ze weigerde zich te laten stoppen door domme vooroordelen van tasjesrovers en amoureuze mannen.
Drie dagen lang hadden de vriendinnen een geweldige tijd. Op de vierde werd de huurauto klemgereden door twee mannen op een scooter. Ze openden met geweld het portier en maakten een handtas en een aantal plastic zakken met fruit buit.
De hoofdagent van politie was erg behulpzaam bij de daaropvolgende aangifte. Hij hielp met het invullen van de formulieren, voorzag in koffie en water en deed de vriendinnen tenslotte innemend uitgeleide.
De vijfde dag belde de beambte M op haar mobiel.
‘Wat attent.’ dacht ze toen ze zijn stem hoorde. ‘Hij maakt zich zorgen.’
De Siciliaanse hoofdagent informeerde inderdaad allereerst of alles goed ging. Toen sprak hij zijn bewondering uit voor de kalmte die ze had weten te bewaren.
“Dat spreekt mij zeer aan, signorina.” zei hij. “Ik zou u daarom ook wat beter willen kennen. Wat zou u daarvan zeggen?”
Verbijsterd keek M haar vriendin aan.
“Werkelijk alles wat ze over die Italianen zeggen is waar.” bracht ze uit.
[Gelukkig zei ze dat in het Nederlands. Anders had de hoofdagent nog wat van de Nederlanders kunnen denken.]
Plaats een reactie