Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Verlof

zomer

We zouden eigenlijk altijd vakantie moeten hebben. We zijn ervoor geschapen. Maar waar moet je dan nog naar verlangen? Simon Carmiggelt (1913-1987)

Ik ben heel goed in het niets-doen. Ledigheid heb ik verheven tot een ambacht.

De hele dag kan ik met mijn benen omhoogzitten en voor me uit kijken. Ik geloof – maar dat kan ik uiteraard niet bewijzen – dat zelfs m’n gedachten tot stilstand komen.

Brrrr is heel anders. Die wil – overdag in elk geval – activiteiten ondernemen die enig nut hebben. Zomaar nietsdoen vat hij niet.

Door weer en wind heeft hij me her en der heengesleept, gewoon omdat ie thuiszitten ‘saai’ vindt. En dan fietste ik weer es verregend achter hem aan of kwam bevroren aan bij een kringloopcentrum of meubelwarenhuis.

“Gezellig.” zei hij dan.

Maar nu is het anders. Net even na de middag, wanneer de temperatuur het verzengendst is, kijkt ie me loom aan en zegt dat ie even gaat liggen. Of zoiets. Hij mompelt het meer.

“Fligge.”

[En even later doen we allebei niks anders dan gestrekt naar het plafond kijken en te luisteren naar de ventilator. Dolce far niente.]

  1. Lieve mannen, ik zou elk moment van de dag willen rusten met dit weer. Ik herstel, ik zou wat willen doen wanneer ik er zin in heb en niet omdat ik moet, m.a.w. wat te doen?!!!?

    {Mowl: niks.}

  2. Met dit warme weer kom je dus helemaal tot je recht!

    {Mowl: helemaal.}

  3. Ledigheid kent geen tijd

    {Mowl: zeer waar.}

  4. Ik kan me helemaal vinden in jouw vakantielevenswijze.
    ‘k Vind het zelfs te warm om te typen. Zal ik gewoon jouw tekstje van vandaag naar mijn blog copiëren? Scheelt me weer een stuk in het typen. 🙂

    {Mowl: ga je gang. Het staat ervoor.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag